Lesduur: 60 min
Thema: Breuken naar decimalen
Onderdeel: Breuken omrekenen en herhaling
Taalniveau: A1
Rekenniveau: 1f
Herhaling: Makkelijke breuken. Het is belangrijk dat je snel ziet welk decimaal bij een breuk hoort. Een breuk is een deel. Boven heet de noemer, beneden de teller.
Wat betekent 1/5?

Uitleg: Het symbool: Obelus

Dit symbool heet een Obelus. Het betekent delen. Op de plek van de puntjes horen getallen. Je kan hier zelf kiezen wat je invult. Dan blijft de streep over. De streep betekent delen.

4/5 betekent dus 4 delen door 5
Als ik 1 taart heb en die deel ik in 5 stukjes. Dan is de som 1 gedeeld door 5. Als ik 1 deel door 5 krijg ik als antwoord 0,20 (denk maar aan geld; in 1 euro zit 5 x 0,20). Het is belangrijk om de standaard breuken te leren.
Opdracht I & II= Leer dit schema en maak de twee opdrachten eronder
Breuk | Decimaal | Procent | Wat betekent dit? |
1/1 | 1 | 100% | Delen door 1 |
1/2 | 0,5 | 50% | Delen door 2 |
1/3 | 0,33 | 33% | Delen door 3 |
1/4 | 0.25 | 25% | Delen door 4 |
1/5 | 0,20 | 20% | Delen door 5 |
1/6 | 1,666667 | 16,667% | Delen door 6 |
1/7 | 0,1428 | 14,28% | Delen door 7 |
1/8 | 0,125 | 12,5% | Delen door 8 |
1/9 | 0,1111111 | 11,11% | Delen door 9 |
1/10 | 0,10 | 10% | Delen door 10 |
1/20 | 0,05 | 5% | Delen door 20 |
1/100 | 0,01 | 1% | Delen door 100 |
Maak nu Blad 1 en dan Blad 2. Het is belangrijk dat je dit uit je hoofd kan. Om te testen of je het kan, moet je binnen 10 minuten deze twee opdracht maken. Als je na 10 minuten niet klaar bent, moet je het dus nog beter leren.
Niveau hoger (1f)?
Wil je een volgende stap maken?
Wanneer je snapt wat de decimalen is bij een breuk met een teller van 1, kan je ook meer stukken gebruiken.
Kijk dan naar het volgende filmpje en maak de opdrachten.

Zoals het filmpje hierboven illustreert. Als je 1 stuk pakt heb je 1 van de 5 stukken. Dat is dan 0,2 taart.
Aantal stukken | Som | Breuk | Decimalen |
1 van de 5 stukken | 1/5 | 1/5 taart | 0,2 taart |
2 van de 5 stukken | 1/5 + 1/5 | 2/5 taart | 0,2 + 0,2 = 0,4 taart |
3 van de 5 stukken | 1/5 + 1/5 + 1/5 | 3/5 taart | 0,2 + 0,2 + 0,2 = 0,6 taart |
4 van de 5 stukken | 1/5 + 1/5 + 1/5+ 1/5 | 4/5 taart | 0,2+ 0,2 + 0,2 + 0,2 = 0,8 taart |
5 van de 5 stukken | 1/5 + 1/5 + 1/5+ 1/5+1/5 | 5/5 taart | 0,2 + 0,2+ 0,2 + 0,2 + 0,2 = 1 taart |
Opdracht: schrijf in decimalen
- 1/5 = 0,2. Hoeveel is 3/5?
- 1/4 = 0,25. Hoeveel is 2/4?
- 1/6 = 0,167. Hoeveel is 5/6?
- 1/9 = 0,11. Hoeveel is 4/9
- 1/10 = 0,10. Hoeveel is 3/10
- Hoeveel is 4/10?
- Hoeveel is 2/7?
- Hoeveel is 4/5
- Hoeveel is 3/2?
- Hoeveel is 6/4?