Lesduur: 60 min
Thema: Vermenigvuldigen en delen
Onderdeel: met 10, 100 en 1000; stap 1 en 2
Niveau: 1f
Taalniveau: A1
Leerdoel: Komma herkennen en correct kunnen verschuiven.
Herhaling: woordenschat 5 -10 min
Laat een bladzijde open in je schrift. Schrijf hier alle woorden op die je tegenkomt in deze les die je niet kent.
Uitleg: Vermenigvuldigen en delen met 10, 100 en 1000 (15 min)
Vermenigvuldigen en delen met 10, 100 en 1000 kent een aantal stappen. Deze drie stappen staan hieronder:
Stap 1: keer is rechts, delen is links
Stap 2: Nullen tellen
Stap 3: komma schuiven.
Schrijf dit in je schrift.
- Stap 1: Je kijkt naar de som. Zie je keer, betekent het dat de komma naar rechts schuift. Zie je delen, betekent het dat de komma naar links schuift.
- Stap 2: We tellen de nullen. Bij 10 is dat er dus 1, bij 100 zijn dat er dan 2, etc.
- Stap 3: Komma schuiven. Dit betekent dat we de komma evenveel schuiven als de aantal nullen bij stap 1 in de richting van stap 2.
Opdracht: reken uit
82,56 x 1000 =
9,01 x 100 =
58,1 x 1000 =
0,6 x 10 =
7,784 x 100 =
Is er nog tijd over: Geef iedereen een a4-tje en laat ze die delen. Schrijf een stelling op het bord. “Als ik deel, heb ik minder”. Laat ze het papiertje delen en vraag dan of, wat op het bord staat, waar is. Dit is gelijk de introductie voor de volgende les – stap 3 bij keer en delen met 10, 100 en 1000.